Elwin Meet ’t en Weet ‘t

Biodivers is het nieuwe mooi

Biodiversiteit is hip, iedereen is er op de een of andere manier mee bezig. Van een insectenhotelletje in je eigen achtertuin tot integraal biodiverse bedrijvenparken. Hoe het komt, hoe het moet, hoe het wordt? Elwin meet ’t en weet ‘t. In vier blogs laat Elwin de Vink zijn licht schijnen op biodiversiteit. De noodzaak, het meten ervan, de uitvoering en tenslotte een heuse WIIFM.

Aan een goed plan ontbreekt het nogal eens. Logisch: we zijn met een nieuw vakgebied bezig. En we bedoelen het goed als we nestkasten ophangen en groen langs de gevels laten groeien. Maar bij goede plannen en juiste uitvoering voor Biodiversiteit komt meer kijken.

Een rode beuk is mooi. Dat vind ik tenminste. Een ontwerper zal er zijn eigen ‘mooi’ op nahouden, en zo ook de hovenier. Laat staan de opdrachtgever. Smaken verschillen, dus dat ‘mooi’ is niet definieerbaar. Toch zou een ‘biodivers mooi’ wel te herkennen moeten zijn. Dus groen met een meerwaarde boven puur esthetiek. Er is een omslag nodig in observeren. Biodivers moet het nieuwe mooi worden.

We kennen ze allemaal. Prachtige lanen van kilometerslang dezelfde bomen. Vinden we die mooi als we weten dat hierdoor enorm snel ziektes worden verspreid of de eikenprocessierups de plaag is geworden die het nu is? Of zien we liever een laan waarin allerlei verschillende bomen door elkaar staan waarbij we minder last hebben van ziekten en een dode boom die vervangen moet worden niet eens opvalt? Wist je dat er in de natuur geen monocultuur bestaat? Dat is simpelweg te kwetsbaar.

Maakbaar of de natuur z’n gang laten gaan? We zitten op een omslagpunt waar we leren dat anders ‘mooi’ is. Want dat is veel beter voor de biodiversiteit. Zo’n andere laan is een biodiversiteitspareltje met verschillende bloeitijden en herfstkleuren… We zullen er alleen even aan moeten wennen. Biodivers is het nieuwe mooi.

In het vergroenen van gebouwen zie ik architecten ook nog wel de mist in gaan. Dat wil zeggen: als de opdracht was: ‘breng groen aan’, dan is het gelukt. En heel strak en stijlvol, complimenten! Maar voor de biodiversiteit doet het hoegenaamd niks. Kijk, dat noem ik een gemiste kans! Met een beetje meer knowhow en bewustzijn bij alle partijen, rollen er oplossingen uit die zowel esthetisch prachtig als biodivers perfect zijn.

Het begint bij acceptatie; schoon, heel en veilig gaat het over. Dat kan breder. Denk aan oevers. Strakke oevers worden aangelegd met één functioneel doel: er moet x kubieke meter water afgevoerd worden. Dat functionele doel kan veel breder; bijvoorbeeld: egeltjes moeten niet verdrinken als ze water komen drinken, er moeten waterplanten groeien, vissen moeten er voedsel vinden en vogels moeten er kunnen broeden. O ja, én die x kubieke meter water... Dat is echt niet zo moeilijk om al die doelen te combineren. En te halen. Dát is biodiverse functionaliteit. Dat is pure winst in de uitvoering.

We zijn goed op weg, hoor. Maar wees kritisch en ga niet akkoord met het eerste het beste plan. Ik sta open om een second opinion te geven. En om het langs de Meetlat Biodiversiteit in de Praktijk te houden. Meet ’t en je weet ‘t.

Meetlat Biodiversiteit

Geïnspireerd door het verhaal van Elwin? Met de Meetlat Biodiversiteit kunnen we inzicht krijgen in de staat van biodiversiteit op jouw terrein. Dit wordt bepaald middels een puntensysteem die aan de hand van verschillende indicatoren een objectieve meting geeft van de biodiversiteitswaarde van het terrein. Zo kunnen we je precies vertellen waar aspecten ontbreken en/of welke aspecten we kunnen verbeteren!

Lees meer over de Meetlat Biodiversiteit