Als beheerder van speeltoestellen moet je aan een aantal wettelijke verplichtingen voldoen om ervoor te zorgen dat het toestel geen gevaar oplevert. Volgens Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS artikel 14 en 15) moeten speeltoestellen in de (semi-)openbare ruimte veilig zijn.
Als verantwoordelijke van speeltoestellen koop je goedgekeurde speeltoestellen. Je hebt de verantwoordelijkheid dat deze speeltoestellen goed geplaatst worden met de juiste ondergrond. Goed beheer zorgt ervoor dat een veilig speeltoestel veilig blijft. Dit houdt in dat:
- Je een beheersplan hebt
- Je de toestellen volgens dit plan regelmatig controleert
- Je de toestellen goed onderhoudt
- Je deze activiteiten bijhoudt in een logboek of actueel dossier.
Of bel naar: 0515 - 41 73 25
Het toestel moet gecertificeerd zijn. Een geldig certificaat van goedkeuring van een door de minister aangewezen keuringsinstelling (AKI) of een daarmee gelijkgesteld certificaat per toestel moet aanwezig zijn.
Is dit niet het geval, dan moet de beheerder het voor in gebruik name laten keuren door een (AKI). Speeltoestellen die al vóór 26 maart 1997 in gebruik waren, behoeven geen typekeuring te ondergaan door een AKI. De beheerder moet zich er dan wel van vergewissen dat het speeltoestel veilig is.
Een speeltoestel moet deugdelijk gemonteerd en veilig geïnstalleerd worden. Hierbij hoort ook een veilige omgeving zonder obstakels in het valgebied en een voldoende valdempende ondergrond. Dit betekent dat er geschikt bodemmateriaal met voldoende valdemping moet worden gebruikt.
Speeltoestellen moeten veilig onderhouden worden. Goed onderhoud voorkomt onveilige situaties. Het wordt dus preventief gedaan. Onder onderhoud wordt iets anders verstaan dan het uitvoeren van reparaties. Onderhoud is bijvoorbeeld het aandraaien van bouten en moeren, het smeren van lagers, het controleren of de kettingen nog lang genoeg zijn, het controleren van de laagdikte van de ondergrond. In de meeste gevallen zet de producent al in het logboek of actueel dossier wat de kritische punten zijn waarnaar gekeken moet worden bij het onderhoud.
Speeltoestellen moeten regelmatig (frequentie niet nader gespecificeerd) geïnspecteerd worden. De beheerder controleert zelf of het gebruik van het toestel nog steeds veilig is. Met de resultaten van deze inspecties moet ook beoordeeld worden welke acties ondernomen moeten worden voor het veilig houden van het toestel. De benodigde reparaties of herstelwerkzaamheden moeten ook daadwerkelijk uitgevoerd worden, binnen een verantwoorde tijdsduur. De beheerder kan de controles ook uitbesteden aan een inspectiebureau zoals STV.
De beheerder van speeltoestellen moet voor elk speeltoestel een logboek of actueel dossier (Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen, art. 14, 2e lid) bijhouden. De beheerder toont hiermee zijn zorg voor de veiligheid van het speeltoestel aan, en maakt hiermee het beheer voor zichzelf inzichtelijk. Het logboek of actueel dossier kan per toestel de volgende informatie bevatten:
1. Identificatie van het speeltoestel:
- Naam en adres van de eigenaar van het toestel
- Naam en adres van degene die het toestel beheert
- Beschrijving van het speeltoestel, bij voorkeur met foto
- Naam van de fabrikant of importeur
- Bouwjaar
- Serie-of typeaanduiding, het serienummer, voor zover van toepassing
2. Aantekeningen betreffende de inspecties en het onderhoud
- Datum en tijdstip van de inspectie en het onderhoud en gegevens over de uitvoerder
- Geconstateerde gebreken of veranderingen in de staat van het toestel en de reparateur
- Vervanging van belangrijke onderdelen en gegevens over de leverancier van deze onderdelen
3. Gegevens over ongevallen die verband houden met het toestel:
- De oorzaak of de vermoedelijke oorzaak
- Opgetreden persoonlijke letsel
- De maatregelen die de beheerder na het ongeval heeft genomen om herhaling te voorkomen
STV helpt je graag op het gebied van veiligheid. Onze SpeelTopVeilig-inspecteurs inspecteren een speeltoestel tot in detail, en zien daarbij niets over het hoofd.
Speeltoestellen worden geïnspecteerd mett behulp van een Probeset. Hier testen we of de constructie van een speeltoestel voldoet aan wettelijke eisen. We meten alle openingen, zoals de ruimte tussen spijlen of planken, en beoordelen of veiligheidsrisico’s zoals beknelling en verwondingen tot een minimum zijn beperkt.
Speeltoestellen moeten afhankelijk van de valhoogte een valdempende ondergrond hebben. Deze valondergrond testen wij met behulp van een HIC-meter. HIC staat voor Head Injury Criterion. De HIC-bol meet de hardheid van de ondergrond. Zo weet u zeker dat de valdemping van de valondergrond veilig is en voldoet aan de wettelijke eisen.
Keuringen aan speeltoestellen worden uitgevoerd door een externe partij.
Vragen over onderhoud, reparatie of vervanging van uw speelterrein of speeltoestellen?