3 invasieve plantsoorten in de spotlight

1. Reuzenberenklauw


Dit grotere broertje van onze inheemse berenklauw komt oorspronkelijk uit de Kaukasus. In de 19de eeuw werd hij in Europa aangeplant als sierplant in tuinen en parken. Al gauw bleek de plant ook een groot nadeel te hebben: het sap van de plant, in combinatie met zonlicht, veroorzaakt grote pijnlijke blaren op de huid. Die blaren kunnen veel klachten geven en levenslange littekens veroorzaken. Wie het sap in de ogen krijgt, kan blind worden. Ook een lichte aanraking van de bladeren kan al huidirritaties veroorzaken

De reuzenberenklauw groeit in een paar maanden tijd tot wel 4 meter hoogte en krijgt enorme bladeren. Daardoor verdringt hij andere planten. In Europa kent hij geen natuurlijke vijanden. Alleen koeien en schapen eten ervan. Dat was ook de reden dat boeren de plant tot ver in de 20ste eeuw op hun land inzaaiden.

reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum).


Bestrijding van de reuzenberenklauw gebeurt nog voornamelijk handmatig, vaak door teams van vrijwilligers. Her en der wordt geëxperimenteerd met biologische bestrijding, bijvoorbeeld door aaltjes en schimmels. Desondanks breidt de soort zich nog altijd uit.

  • Tips van expert Henk Adema
  • Help mee aan preventie! Kies bij beplanting zo veel mogelijk voor inheemse planten en gebruik inheemse zaadmengsels. Verdiep je bij uitheemse planten en zaadmengsels in de herkomst en samenstelling: zitten er geen invasieve soorten bij?
Japanse duizendknoop (Fallopia japonica)

2. Japanse Duizendknoop 

 

Dit familielid van ons perzikkruid komt oorspronkelijk uit Japan, zoals de naam al aangeeft. Het was de Duits-Nederlandse botanicus Von Siebold die de soort begin 19de eeuw naar Europa haalde en aanplantte in de botanische tuin in Leiden. In 1886 werd de eerste plant in het wild aangetroffen. Vanaf 1950 koloniseerde de Japanse duizendknoop vrijwel het hele continent.

In Europa heeft de Japanse duizendknoop geen noemenswaardige natuurlijke vijanden. Doordat er nauwelijks insecten op leven, zijn plekken met veel Japanse duizendknoop biologisch gezien vaak heel arm. De soort heeft een grote groeikracht en kan daarmee wegen, gebouwen en kunstwerken beschadigen. Juist vanwege die groeikracht is bestrijding lastig. De internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN rekent de Japanse duizendknoop tot de honderd meest invasieve exoten ter wereld.


De plant breidt zich snel uit door kruipende wortelstokken. Uit een stukje plant van minder dan een gram kan een heel nieuwe plant uitgroeien. Daarom vermeerdert Japanse duizendknoop zich vooral op stortplaatsen van tuinafval, op omgewoelde plekken zoals bouwlocaties, en op plekken waar hij actief wordt bestreden.

  • Tips van expert Henk Adema
  • Aan de slag met de inrichting van een terrein, park of tuin? Roep dan de hulp in van experts. Voor veel mensen is het lastig in te schatten of er ergens exoten groeien, en zo ja, of die invasief zijn of dat ze best mogen blijven staan. Je wilt niet onnodig kosten maken voor bestrijding, maar ook weer niet te laat zijn als bestrijding wél nodig is. Kies voor een partij die je van het begin tot het eind ‘ontzorgt’, van een eerste inventarisatie tot bestrijding, monitoring en nazorg.

3. Alsemambrosia


Deze geurige plant uit de asterfamilie raakte ingeburgerd in Nederland vanaf 1975. Hij komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en kwam in Europa terecht door de import van kippenvoer en andere vogelzaden. Deze ambrosia is invasief omdat hij snel groeit en een stof uitscheidt die de groei van andere plantensoorten afremt. De plant verspreidt zich razendsnel en wordt op steeds meer plekken aangetroffen.

Alsemambrosia (Ambrosia artemisiifolia)


Bestrijding is lastig, omdat alsemambrosia veelal in akkers groeit en veel zaden produceert. De soort is de laatste jaren sterk in opkomst. In 2011 is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een campagne gestart om de bestrijding van de soort te stimuleren. De NVWA werkt ook aan publieksvoorlichting, samen met initiatieven als de Natuurkalender, Pollennieuws en de pollentellingen van het Leids Universitair Medisch Centrum.

Alsemambrosia is vooral berucht omdat veel mensen heftig allergisch zijn voor het stuifmeel van deze plant – ook mensen die normaal gesproken geen hooikoorts hebben. Daar komt nog eens bij dat de plant een recordhoeveelheid stuifmeel produceert. Alsemambrosia bloeit relatief laat in het jaar, in september en oktober, waarmee hij het hooikoortsseizoen met twee maanden verlengt. De verwachting is dat de bloeitijd zich door klimaatverandering tot nog later in het jaar zal uitstrekken.

  • Tips van expert Henk Adema
  • Help zelf ook mee met de bestrijding! In veel gevallen kun je zelf aan de slag. Kies dan niet voor herbiciden, maar voor duurzame methoden. Jan Wester van de gemeente Leeuwarden ontwikkelde bijvoorbeeld een schaar waarmee je de bloemhoofdjes van de reuzenberenklauw kunt afknippen zonder in aanraking te komen met de plant. Maar laat je goed adviseren: bij sommige soorten, zoals de Japanse duizendknoop, doe je soms meer kwaad dan goed als je zonder kennis van zaken probeert een plant te bestrijden.

Meer weten over de toegevoegde waarde van Donker Groen?

Wilt u weten hoe Donker Groen u kan helpen bij het voorkomen van overlast van invasieve exoten? Dan verzoeken wij u om het contactformulier in te vullen. U kunt ook bellen met ons hoofdkwartier in Sneek, onder het nummer: 0515 - 41 73 25.

 

Omhoog